Zenmeditatie beoefenen we in de zendo [1]. Deze ruimte is een herinnering aan de ruimte in jezelf. Daarom maken veel beoefenaars van zen bij binnenkomst een buiging met de handpalmen voor de borst (Gassho [2]). De meditatie vindt zittend plaats (zazen) op een meditatie-kussen of -bankje, of stoel – dan wel lopend ( kinhin), rechtop met ogen dicht of geloken [3].
Om in harmonie en rust samen te kunnen beoefenen volgen we een bepaalde vormgeving. Zittend mediteren en meditatief lopen wisselen elkaar af volgens een vast ritme. Dat wordt aangegeven door middel van een houten klepper en een klankschaal:
- Begin meditaties, staand: 1x houten kleppers: samen buigen en gaan zitten;
- 3 x klankschaal: begin zazen;
- 2 x klankschaal: einde zazen, gaan staan voor kinhin
- vervolgens: 1x houten klepper: samen buigen en begin kinhin;
- later: 1x houten klepper: buigen en einde kinhin;
- <herhaling>
- 1x klankschaal of gong: einde meditatiebijeenkomst
Kinhin is een bewegende voortzetting van zazen; we lopen langzaam op het ritme van de ademhaling en maken kleine passen. Niet veel groter dan de lengte van een voet. De klassieke handhouding is dat je met een hand een vuist maakt, de andere daar omheen vouwt en dan als geheel tegen je romp plaatst, net onder het borstbeen.
Nadat de kinhin is begonnen is het voor deelnemers mogelijk de zendo te betreden of te verlaten.
Zie voor de tijden van het programma “Praktische informatie” ( zazen).
[1] Zendo: afkorting van zendojo, d.w.z. plaats (jo) waar de zenweg (zen-do) beoefend wordt. In ruimere zin is dit alles, altijd en overal; in engere zin wordt er de meditatieruimte mee aangeduid.
[2] Gassho: letterlijk de handpalmen tegen elkaar. Het voorover buigen gebeurt enkel vanuit het middel. De essentie van gassho is niet dat je voor iets of iemand buigt, maar dat je alleen-maar-buigt.
[3] Tijdens de meditatiebijeenkomst wordt er in de meditatieruimte niet gesproken, uitgezonderd functionele mededelingen ( toespraak, algemene mededelingen).